Met de Tesla in Italië

Twee weken hebben we heerlijk vakantie gevierd in Italië met de familie. Vanuit Nederland, Duitsland, Zwitserland naar Italië. En binnen Italië vanaf Milaan naar Toscane voor een week en vervolgens naar Umbrië voor de tweede week.

Snelwegen, het Tesla netwerk is fantastisch

Het eigen super charger netwerk van Tesla heeft zich hier weer bewezen. Op de Duitse snelwegen zijn er voldoende laadpunten beschikbaar en afhankelijk van je kruissnelheid kan je altijd wel weer een punt vinden welke niet ver van de snelweg afligt en waar je met een kop koffie en een sanitaire soms echt moest haasten voordat je idle fees moet betalen omdat het laden reeds gereed is.

Toch verschillen de prijzen in Europa flink. In Nederland betaal ik een redelijke 24 of 25 eurocent per kWh, een hele schappelijke prijs voor een super service op altijd prima locaties. Ook in Nederland wordt dus met verschillende tarieven gewerkt

In Duitsland betaal je 40 eurocent per kWh, wat best aan de prijs is. Maar het is bekend dat de prijzen voor elektriciteit hoog liggen in Duitsland omdat de vele subsidies zo worden betaald door de gebruikers. Maar toch, best hoog.

Zwitserland geeft per laadpunt een eigen tarief, omgerekend naar euro varieerde dit van 30 eurocent tot 40 eurocent. Later las ik dat er in de bergen ook snellaadstations zijn, niet van Tesla, waar je gratis kon laden. Zo jammer dat je dit altijd leest wanneer je weer thuis in Nederland bent.

Ook heb ik onbewust in Liechtenstein aan een Tesla snellaadstation gestaan, daar betaalde ik in dollar 27 cent, omgerekend naar euro is dat dus een 23 eurocent per kWh. Lager dus dan het schappelijke Nederlandse niveau.

In Italië ligt dit tarief een stuk hoger, daar betalen we 43 eurocent per kWh.

In Italië, van drama tot soms geluk

Van de snelweg af is het laden in Italië een klein drama. In de vele kleine plaatsen zijn geen laadpalen te vinden, gewoon geen. Ook zie je daar geen elektrische auto’s. Er zijn Tesla’s te zien en een enkele Volkswagen ID.3 of ID.4 en grappig genoeg zijn degene die ik heb gezien allemaal voorzien van een mooi Nederlands geel nummerbord 😉

De grote plaatsen en soms grote supermarkten hebben laadfaciliteiten van ENEL en ENELX. Enel is de grote energieleverancier en die is duidelijk ook bezig om met laadpunten te komen. Maar wat een drama zijn die dingen. Ik had een laadpas van PlugSurfing, ANWB, EV-BOX, MainGau en ShellRecharge. Dan moet er altijd wel één werken, toch, ja toch?!

Nou nee. Op dit type laadpaal werken ze GEEN VAN ALLEN;

Altijd gaat er wel iets fout. Of je krijgt de melding dat na verificatie er een communicatiestoring, dat de pas niet is geautoriseerd. En soms lijkt het te werken zoals hier is te lezen;

Maar toch gaat de klep niet open die de aansluiting afschermt;

Werkelijk om GEK VAN TE WORDEN.

De ShellRecharge pas leek steeds verder te komen dan de andere passen. De EV-BOX deed niets, terwijl deze van mijn werkgever, ENGIE, is had ik daar steeds mijn hoop het meest op gevestigd.

Op de site van MainGau staat zelfs duidelijk vermeld dat zij een contract gesloten hebben met ENEL en dat hun pas zou moeten werken. Nou, mooi niet!

Bij een van de grote COOP supermarkten hadden ze een ENELx snellader (daarbij moet je niet veel voorstellen, maar het is in ieder geval een DC-lader) en… die werkte na lang wachten op de autorisatie ineens WEL met de ShellRecharge kaart. Gek genoeg werkten de laadpalen van ENEL, de AC-laders met type 2 stekers, NIET met de ShellRecharge kaart. Hoe is het mogelijk? Zelfde moedermaatschappij, ENEL, toch? Dat is Italiaanse logica.

Verder heb ik dankzij een fijne eigenaar van de vakantiewoning gebruik kunnen maken van de reguliere 230 volt aansluiting;

Daar blijkt ook dat er bijna 11 eurocent per kWh betaald wordt door hem. Ik kreeg mijn totaal geladen 410 kilometers dan ook gratis van hem. Heel sympathiek! Waarschijnlijk is dit een super laag tarief voor bedrijven, want op internet las ik dat de consumenten echt meer betalen.

Regelmatig in Italië gemerkt dat laadpalen waren geblokkeerd door reguliere benzine/dieselauto’s. Ook in Assisi stonden ze daar mensen in- en uit te laden. Met grote ogen en verbazing zagen ze mij seinen dat ik daar wilde laden. Ze moeten gelachen hebben dat ik na een 5 minuten pielen toch weer een andere plek moest vinden om te parkeren omdat dat rotte ENEL systeem ook daar niet wilde meewerken.

Verder is de vakantie in Italië met de Tesla goed bevallen. Veel glas in zo’n zonnig land is wel vragen om hete auto’s zoals je hier kan zien nadat ik de airco op afstand had ingeschakeld. Een binnentemperatuur van meer dan 60 graden is eerder standaard dan uitzondering.

Je banden en de vering met schokdemping worden in Italië wel echt goed getest. Want ik waande mij terug in Nigeria met de kwaliteit van de wegen. Echt een eerste wereld onwaardige kwaliteit van de wegen. Een lappendeken van slecht uitgevoerde reparaties en onderdelen die minimaal 5 jaar geleden vervangen hadden moeten worden. En ik denk dat de maffia binnengedrongen is bij de firma’s die verkeersborden fabriceren. Want een overmaat van verkeersborden geven aan dat de wegen slecht zijn. DOE ER DAN EENS WAT AAN….

Al met al een heerlijke vakantie, wat mij weer doet waarderen hoe goed wij zaken geregeld hebben hier in Nederland. Trots op Nederland!

Het effect van schaliegas in de USA op Shell

Shell heeft in het laatste kwartaal van 2012 verlies gemaakt op de  winning van schaliegas en olie uit teerzanden in noord Amerika. Hierbij heeft Shell vooral last van de massale Amerikaanse zoektocht naar schaliegas, waardoor een overcapaciteit is ontstaan met daling van prijzen tot gevolg.

In Amerika wordt sinds een paar jaar steeds overvloediger schaliegas gewonnen. Omdat het gas bij wet niet geëxporteerd mag worden, zijn de prijzen gekelderd. Ook de recente winning van schalieolie heeft tot een ware boom geleid, in onder meer Texas en Montana. De olie, die Amerika niet uit kan, is bijna een kwart goedkoper dan Europese olie. Dit geldt ook voor de olie uit Shells teerzanden in Canada, waardoor de winning ervan verliesgevend is geworden.

Om die reden wil Shell de komende jaren minder gas en meer olie halen uit de Amerikaanse schalielagen die het exploiteert. Ook probeert het concern het aardgas dat het al wint om te zetten in waardevollere producten, aldus topman Peter Voser donderdag bij de presentatie van de jaarcijfers in Londen.

De oliemaatschappij verwacht dat de prijzen van gas in de Verenigde Staten de komende jaren nog onder druk zullen staan. Voor olie verwacht Shell wel een herstel.

De Amerikaanse reserves van Shell moesten vanwege de lagere verkoopprijzen flink worden afgewaardeerd. Doordat ook de kosten voor de winning flink zijn gestegen, daalde de winst van het concern vorig jaar met 14 procent. Topman Peter Voser sprak van ‘tegenwind op de korte termijn’. Die tegenwind is relatief: de winst bedroeg nog altijd 26,6 miljard dollar (20 miljard euro).

Om elke geïnvesteerde dollar zo veel mogelijk te laten opbrengen, heeft Shell een aantal projecten op een lager pitje gezet. ‘We hebben met een frisse blik naar onze projectenportfolio gekeken, en daarbij een aantal harde beslissingen genomen’, zei Voser.

Niet alleen wil Shell minder gas winnen, er wordt ook gekeken naar manieren om het aardgas dat wél naar boven wordt gehaald beter te laten renderen. Dat betekent dat het vloeibaar wordt gemaakt (LNG) om het naar lucratieve markten te vervoeren (zoals Japan), en dat er olie-achtige brandstoffen van worden gemaakt (GTL) of andere chemicaliën.

Overigens gaat de zoektocht naar schaliegas door op andere plekken in de wereld, waar gas meer oplevert.

Volgens Voser was de strategische keuze voor aardgas, die Shell jaren geleden maakte, niet verkeerd. ‘Ons portfolio is bedoeld voor de komende dertig jaar. De vraag naar gas zal vóór 2030 verdubbelen. Je hebt het gewoon nodig om het licht aan te houden – of aan te doen, in de opkomende landen.’

Stakingsoproep Shell Nigeria

De vakbond van olie- en aardgasarbeiders in Nigeria roept haar leden op tot een driedaagse staking. De actie is een statement tegen Shell, dat in de ogen van de vakbond niet open genoeg is over de verkoop van olievelden.

 

Dat meldt persbureau AFP zaterdag. De staking zou aanstaande maandag in gaan.

De vakbond wil dat de Nigeriaanse regering ervoor zorgt dat de verkoop van de olievelden niet doorgaat. De velden bevinden zich in de Nigerdelta in het zuiden van het land.

Het gaat om de Shell Development Company, een onderdeel van de Brits-Nederlandse oliegigant.

Shell stelt in een reactie dat er niets illegaals is aan de verkoop van de velden. Ook is de verkoop volgens het olieconcern niet in strijd met aandeelhoudersbelangen.

Eind juli rapportage olievervuiling Nigeria

Een langverwacht rapport van de Verenigde Naties over aard en omvang van olievervuiling in Nigeria wordt later deze maand gepubliceerd. In het rapport wordt niet ingegaan op de schuldvraag, zoals in enkele media is gesuggereerd.

Dat maakte het VN-klimaatbureau Unep, dat het rapport opstelt, maandag bekend. Het bureau reageert op een artikel in dagblad Trouw, dat meldde dat het rapport allang af is, maar om veiligheidsredenen nog niet gepubliceerd is.

Shell, dat groot aanwezig is in Nigeria, wordt door milieugroeperingen verantwoordelijk gehouden voor de olielekkages. Volgens Trouw zou uit het rapport echter blijken dat de schuld gezocht moet worden bij criminele bendes die pijpleidingen vernielen en olie aftappen voor eigen gebruik.

Deze bevinding kan slecht vallen in de regio waar Shell actief is, en daarom zou het rapport nog niet vrijgegeven zijn. ‘Absoluut onjuist’, zegt een Unep-woordvoerder. ‘We wijzen geen schuldige aan. Dat was niet de opzet.’

Het rapport zou eigenlijk begin 2011 al worden gepubliceerd. Volgens bronnen hebben onder meer de Nigeriaanse verkiezingen, in april dit jaar, vertraging veroorzaakt. De woordvoerder wil daar verder niet op ingaan.

Shell in Nigeria

Overgenomen van Mathijs Schiffers;

Shell ervaart veel kritiek over zijn aanwezigheid in de Nigerdelta als onjuist. Deze week kon de pers met de oliereus mee om zelf kennis op te doen in deze brandhaard.

Tijd voor een weerwoord, vindt Tony Okonedo. De stroom is in twee uur tijd al driemaal uitgevallen in de Nigeriaanse stad Lagos en verhalen over de gevaren van het lokale straatleven domineren het tafelgesprek.

Dus verruilt Okonedo zijn rol als woordvoerder van olieconcern Shell even voor die van ambassadeur van zijn land. ‘Dit is één kant van het verhaal’, zegt hij. ‘De andere kant is dat Nigeria een gastvrij land is waar je als wildvreemde zomaar door families in hun huis uitgenodigd kunt worden.’

Het wordt even stil. Wij willen hem graag geloven, maar zitten nog in ons hoofd met het gewapende escorte dat nodig was om ons van het vliegveld naar ons hotel te brengen. Wij, dat zijn de journalisten die mee zijn gegaan op de perstrip die het Brits-Nederlandse olieconcern heeft georganiseerd naar het olierijke West-Afrikaanse land. We zijn op dat moment – maandagavond – nog met zijn drieën. Er komen dinsdag nog twee heren van een Brits radiostation bij. De komst van een Britse krantenjournalist werd op het laatste moment door zijn baas tegengehouden: te gevaarlijk.

Maar misschien heeft Tony Okonedo gelijk. Nigeria móét een vriendelijke en vrolijke kant hebben, afgaande op de geestige namen die ze voor zichzelf bedacht hebben. Een collega van Okonedo heet Precious en ik hoor een verhaal van een arts die als Doctor God Knows door het leven gaat. De president van het land heet Goodluck Jonathan.

Continue reading “Shell in Nigeria”