Ernstige druk op winstgevendheid EON

De Duitse energiereus EON houdt rekening met ernstige druk op de winstgevendheid in 2011 en 2012. Druk op stroomprijzen, een nieuwe belasting voor het langer openblijven van kerncentrales en zeer ongunstige ontwikkelingen op de gasmarkt zijn daar debet aan.

 

Dat heeft EON gisteren bekendgemaakt bij de publicatie van zijn cijfers over 2010. Het bedrijf kopieert daarmee de onheilstijding die sectorgenoot RWE twee weken terug gaf. ‘Er wachten ons veel uitdagingen’, zei Johannes Teyssen, sinds mei 2010 de baas bij EON.

 

Het bedrijf uit Düsseldorf, dat in Nederland gas- en kolengestookte elektriciteitscentrales opereert, haalde over 2010 een omzet van €92,8 mrd. Dat is een stijging van 16% is ten opzichte van 2009, gedragen door groei in het Verenigd Koninkrijk. De nettowinst van EON bedroeg €4,9 mrd. Dat laatste cijfer, belangrijk omdat hieruit het dividend aan aandeelhouders wordt betaald, ziet EON in 2011 dalen tot een bedrag tussen €3,3 mrd en €4 mrd.

 

Sombere geluiden

 

De sombere geluiden van EON – dat bijna 90.000 medewerkers verspreid over 30 landen telt – passen in het beeld dat meer grote Europese energiebedrijven schetsen de laatste tijd. Nieuwe productiecapaciteit enerzijds en afnemende vraag anderzijds hebben de prijzen van stroom onder druk gezet. Voor de grote Duitse energiebedrijven, die kerncentrales opereren, komt daar bovendien een nieuwe belasting bij die aan de winstgevendheid vreet. Ze mogen hun kerncentrales langer openhouden, zo is onlangs besloten, maar worden in ruil daarvoor wel zwaarder belast.

EON heeft daarnaast veel last van de ontwikkelingen op de gasmarkt. Hier zijn de prijzen op de zogeheten spotmarkt, waar kortetermijncontracten verhandeld worden, fors lager dan de prijzen die zijn overeengekomen bij langetermijncontracten waar EON veel gebruik van maakt.

Het bedrijf verwacht dat ook dit in 2011 nog een forse hap uit de winstgevendheid zal nemen. In 2012 wordt dat effect minder. Een herstel van winstgevendheid wordt op zijn vroegst in 2013 voorzien.

Essent en RWE onder druk

Het Duitse energiebedrijf RWE, eigenaar van Essent, is somberder geworden over zijn perspectieven voor de nabije toekomst. Het recordjaar 2010 zal geen vervolg krijgen: de operationele winst (ebitda) van RWE zal in 2011 met 15% dalen en de doelen voor de middellange termijn worden verlaagd.

Dat heeft RWE donderdag bekendgemaakt bij de publicatie van zijn cijfers over 2010. RWE is negatiever geworden, omdat de stroomprijzen onder druk staan en het bedrijf gas heeft ingekocht voor een hogere prijs dan waarvoor het dit nu in de markt kan afzetten.

 

Daarnaast heeft RWE last van een nieuwe belastingregel in Duitsland, die de winstgevendheid van zijn Duitse kerncentrales onder druk zet. De Duitse kerncentrales mogen langer openblijven zo is onlangs bepaald, maar in ruil daarvoor worden ze wel zwaarder belast. Volgens RWE zal dat de komende jaren de operationele winst met €600 mln tot €700 mln drukken.

 

Europese regeling

 

RWE wijst ten slotte op de Europese regeling die vanaf 2013 het gratis verstrekken van rechten voor de uitstoot van broeikasgassen aan energiebedrijven aan banden legt. Voor RWE is dit zeer nadelig, omdat het bedrijf met zijn vele kolencentrales veel CO2 uitstoot en het dus veel emissierechten moet bijkopen. De Duitse energiereus verwacht dat dit de winstgevendheid met €1,5 mrd gaat drukken.

 

Over 2010 steeg de omzet van RWE met 12% naar €53,3 mrd waarover een operationele winst geboekt werd van €7,7 mrd (8% meer dan 2009). Nederland/België, dat grotendeels bestaat uit de activiteiten van Essent, boekte over 2010 een omzet van €6,5 mrd, waarover een operationeel resultaat van €391 mln resteerde.

Op de beurs van Frankfurt daalde het aandeel RWE ruim 6% op de publicatie van de jaarcijfers.

RWE wil 8 miljard onderdelen verkopen

Het Duitse energiebedrijf RWE, eigenaar van Essent, wil voor euro 8 mrd aan onderdelen verkopen om zo zijn schuldpositie terug te brengen. Dat schrijft persbureau Bloomberg op basis van ingewijden. Amprion, het Duitse hoogspanningsnet van RWE, is waarschijnlijk het eerste onderdeel dat wordt gedesinvesteerd. Een groep investeerders rond Commerzbank zou belangstelling hebben. Het Nederlandse Tennet, dat eerder het Duitse hoogspanningsnet van EON overnam, zegt deze keer te passen. Naast het Duitse netwerk zou RWE ook zijn Britse dochter Npower willen verkopen.

Wederom €500 miljoen afboeking op NUON

Het Zweedse Vattenfall moet flink bloeden voor het hoge bedrag dat het in 2009 neertelde voor het Nederlandse energiebedrijf Nuon.

Nadat het staatsbedrijf eerder al zijn investeringsplannen had moeten temperen om de overname te kunnen bekostigen, volgt nu een afboeking van bijna €500 mln op de overgenomen activiteiten.

Dat heeft Vattenfall gisteren bekendgemaakt.

Marktomstandigheden

De afboeking op de goodwill van Nuons activiteiten is volgens het bedrijf toe te schrijven aan de verslechterde marktomstandigheden in de energiesector. Dat zorgt voor margedruk.

De winst over het vierde kwartaal van 2010 wordt door de afboeking gedrukt. Het bedrijf reageerde gisteren niet op het verzoek om een nadere toelichting.

Overname

Vattenfall nam in de zomer van 2009 de zeggenschap plus 49% van de aandelen van Nuon over voor €4,8 mrd. Het restant van de aandelen wordt in de komende jaren in etappes overgedragen en afgerekend.

In totaal betaalt Vattenfall circa €10 mrd voor Nuon, dat formeel nog steeds in handen is van een trits gemeenten en provincies, met Gelderland als grootste.

Hoofdprijs

Marktvorsers hebben er al vaker op gewezen dat Vattenfall de absolute hoofdprijs voor Nuon heeft betaald. Volgens hen waren de Zweden bereid zo diep in de buidel te tasten, omdat ze net daarvoor achter het net visten bij Essent, dat voor een overname door het Duitse RWE had gekozen. Het ambitieuze Vattenfall zou een nieuwe misgreep bij Nuon hoe dan ook hebben willen voorkomen.

Al snel na de overname verslechterden de omstandigheden op de energiemarkt als gevolg van de financiële en economische crisis. Vattenfall werd daarbij bovendien getroffen door problemen met zijn Duitse kerncentrales, die alweer een fikse tijd stilstaan.

Investeringen

Het Zweedse bedrijf kondigde begin 2010 aan zijn investeringen te zullen temperen en maakte later dat jaar bekend in vijf van de acht Europese landen waar het opereert, desinvesteringen te plannen.

Inmiddels staan ook onderdelen van Nuon in de etalage, zoals de zonnefoliefabriek Helianthos in Arnhem en de Belgische tak van de onderneming.

GDF Suez wil een kerncentrale in Nederland bouwen. Het Franse nutsbedrijf, dat via dochter Electrabel de grootste stroomproducent van Nederland is, denkt daarbij aan samenwerking met grote industriële afnemers.

Dat zei Gérard Mestrallet, de Franse topman van GDF Suez, gisteren tijdens de opening van de Màximacentrale van Electrabel in Lelystad. Mestrallet richtte zich in zijn toespraak rechtstreeks tot minister Maxime Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, die in de zaal zat. ‘We hebben met belangstelling kennisgenomen van het positieve standpunt van de Nederlandse overheid over kernenergie. We willen graag met u samenwerken.’

Vergunningsaanvraag

De renaissance van kernenergie in Nederland lijkt daarmee definitief inzet geworden van een strijd tussen buitenlandse energiegiganten. Het Zeeuwse Delta is weliswaar het verst gevorderd met een vergunningsaanvraag, maar zal bij groen licht een groot deel van de operatie uitbesteden aan EDF, een andere Franse specialist.

De Duitse energiereus RWE wil ook graag investeren in Nederlandse kernenergie. Een poging om via de overname van Essent mede-eigenaar te worden van de enige kerncentrale die nu in Nederland staat, in Borssele, mislukte vooralsnog. De andere eigenaar, Delta, verzette zich hier met succes tegen, maar de juridische strijd is nog niet gestreden. Bovendien zijn ook de oud-aandeelhouders van Essent gestart met de vergunningsprocedure voor een nieuwe kerncentrale, waarbij ze waarschijnlijk RWE als partner beogen.

‘In de hele keten aanwezig’

Electrabel heeft in België al zeven kerncentrales in gebruik. Het moederconcern GDF Suez bekijkt bovendien opties in Groot-Brittannië, Italië, Duitsland en Roemenië. Via dochterbedrijf Tractebel Engineering beschikt GDF Suez, voor 35% in handen van de Franse staat, over de kennis die nodig is om een kerncentrale te bouwen. ‘We zijn in de hele keten aanwezig’, zei Mestrallet.

Electrabel heeft in Nederland nauwelijks retailklanten, maar dat is volgens Mestrallet geen probleem. Samenwerking met industriële afnemers is zeker zo interessant, aldus de Fransman. ‘Die partijen willen leveringszekerheid en vaste prijzen. In Roemenië werken we om die reden samen met staalproducent ArcelorMittal.’