Een managementcultuur die gekenmerkt wordt door geheimzinnigheid en achterdocht is fnuikend voor de creativiteit en effectiviteit van managers. Leidinggevenden presteren slechter als ze niet voldoende ruimte en vertrouwen krijgen om de klus te klaren. In het algemeen heeft de organisatiecultuur grote invloed op de besluitvorming door managers.
Dat blijkt uit een 16 maanden durend, Brits onderzoek van het Chartered Management Instituut.
Beslissingsvrijheid
Van de 1.588 ondervraagde managers kenschets 23 procent de heersende cultuur in de eigen organisatie als risico-avers, gedomineerd door geheimzinnigheid en achterdocht. In een dergelijke sfeer, waarbij de top voortdurend over de schouder meekijkt, vinden maar weinig leidinggevenden dat ze echte beslissingsvrijheid hebben.
Barrières
Die bewegingsvrijheid zouden ze ze wel graag hebben, maar er zijn belangrijke culturele barrières. Ten eerste: faalangst. 22 procent van de ondervraagden noemt de eigen organisatiecultuur risico-avers. Daardoor nemen ze besluiten, waar ze het eigenlijk niet mee eens zijn. Belangrijkste oorzaak: bureaucratische processen en politieke krachten. De tweede barrière is het gebrek aan vertrouwen. Slechts één op de tien managers zegt te werken in een cultuur van vertrouwen, waarbij mensen verantwoordelijkheid nemen en aanspreekbaar zijn. De derde belangrijke beslis-barrière is de reactieve houding van de organisatie. Een derde van de managers vindt dat op veranderingen willekeurig en ad-hoc wordt gereageerd.