Nog lang geen nieuw energieakkoord

In de media lees je berichten als “Binnen vijf jaar worden de vijf oude kolencentrales in Nederland gesloten.”, ” eigenaren van slecht geïsoleerde huizen zullen meer betalen voor hun energie.”

Maar dit zijn slechts twee van de beschikbare opties die staan in een concepttekst van het Nationaal Energieakkoord, waarover in de Sociaal-Economische Raad (SER) wordt onderhandeld met tientallen maatschappelijke organisaties en de betrokken ministeries. In juni moet er een definitieve tekst liggen.

De status van de concepttekst, die donderdag via De Telegraaf uitlekte, is nog zeer voorlopig. De onderhandelingen verlopen nog altijd zeer moeizaam.

Het sluiten van de vijf oude kolencentrales lijkt op zich haalbaar: de centrales zijn afgeschreven. Maar dankzij de huidige lage kolenprijzen renderen ze nog steeds. De energiebedrijven willen dan ook wisselgeld voor de sluiting. Eén mogelijkheid is dat de per 1 januari ingevoerde kolenbelasting wordt geschrapt, de andere mogelijkheid is dat ze (meer) financiële steun krijgen voor de bijstook van biomassa (houtsnippers) in hun centrales, of voor de ombouw van de oude kolencentrales in biomassacentrales.

De doelstelling van 16 procent duurzame energie in 2020 lijkt op zich niet meer ter discussie te staan. Wel willen werkgevers dat dit doel zo goedkoop mogelijk wordt gehaald. Dat zou betekenen dat er minder dure windmolens op zee worden gebouwd en meer op land, of dat er meer biomassa moet worden verstookt.

Nu is er 3,8 miljard euro per jaar begroot om het doel van 16 procent te halen. Dat wordt opgehaald via de energierekening van consumenten. Er gaan geruchten dat de werkgevers een deel van het uit te sparen geld zouden willen gebruiken om de chemische industrie te steunen, die te lijden heeft onder Amerikaanse concurrentie. Die profiteert van lagere gasprijzen daar.

Een hogere gasprijs voor consumenten zou overigens ‘koopkrachtneutraal’ moeten worden uitgevoerd, zeggen betrokkenen. Hoe dat eruit gaat zien, is nog niet duidelijk. Volgens verschillende bronnen liggen de ministeries van Financiën en Economische Zaken dwars: die willen zo weinig mogelijk veranderen.

Onder leiding van voorzitter Wiebe Draijer begon de SER eind vorig jaar een proces om de Nederlandse energievoorziening te vergroenen. Aan vier tafels met 79 gesprekspartners komen verschillende onderwerpen aan de orde: van energiebesparing tot zuiniger transport.

De starttekst was ambitieus: ‘Het Energieakkoord voor duurzame groei beoogt de uiteenlopende belangen van de vele betrokkenen in Nederland te overbruggen en te verbinden. Dit in de wetenschap dat, op de lange termijn, het gezamenlijke belang ver uitstijgt boven de deelbelangen van afzonderlijke belanghebbenden.’

De vraag is of dat lukt.

Nuon : sluiting van gascentrales

Nuon dreigt gascentrales uit bedrijf te nemen als het nieuwe kabinet met aanvullende maatregelen komt om de uitstoot van CO2 in Nederland te beperken.

Verlaging van de uitstoot van het broeikasgas CO2 is een van de Europese doelstellingen, Nederland loopt zowel bij de verlaging van de CO2-uitstoot als bij de opwekking van duurzame energie achter bij de voor 2020 geformuleerde normen.

Vorige week stelde branchevereniging Energie Nederland – waar Nuon lid van is – voor om, bovenop de Europese maatregelen om de CO2-besparing te bereiken, strengere Nederlandse normen uit te vaardigen. Energie Nederland vindt dat een goed alternatief voor de bij veel stroomproducenten verfoeide kolenbelasting die per 1 januari wordt ingevoerd.

Strengere CO2-normen, betoogt Nuon, verslechteren de beroerde positie van gascentrales. Deze draaien nu al met verlies vanwege de hoge gasprijzen en de als gevolg van de crisis gedaalde stroomprijzen. Oudere gascentrales zijn al buiten bedrijf gesteld.

Nuon neemt binnenkort drie nieuwe gascentrales in bedrijf. Afschakeling van nog meer gascentrales betekent meer stroom uit kolencentrales en grotere import van stroom. Die bevindt zich nu al op een recordhoogte.

In Europees verband wordt het uitstootplafond de komende jaren stapsgewijs verlaagd om verduurzaming van de energieproductie te bevorderen. Door de economische crisis en het dalende energieverbruik dreigt dat beleid te mislukken.

Energieopslag van 36MWh

Het grootste probleem met groene energiebronnen als zon en wind is het onvoorspelbare karakter ervan. Zo wordt er ‘s nachts geen zonne-energie opgewekt en als het windstil is draaien ook de windmolens niet.

De Chinezen lossen dat probleem op met deze enorme ‘batterij’. In werkelijkheid is het een enorm gebouw waar energie in wordt opgeslagen. Op momenten dat er meer energie wordt opgewekt dan er wordt verbruikt, komt dit gebouw goed van pas. En wanneer er meer energie nodig is dan wordt opgewekt, kunnen Chinezen wederom een beroep doen op deze gigantische ‘batterij’.

Zoals gezegd kan er zo’n 36 MWh in worden opgeslagen. Dat is genoeg om 12.000 huizen gedurende een uur van energie te voorzien.

Dat notabene in China – toch één van de grootste vervuilers – voor het eerst een schone oplossing van zo’n grote omvang verschijnt, is opvallend. In het westen kunnen we nog een voorbeeld nemen aan deze enorme groene ambities.

Decentrale energie voor failliet Duits dorp

Het gehucht Feldheim leed aan de Griekse ziekte; het was blut. Maar juist die financiële krapte motiveerde de inwoners om te investeren in het energiemodel van de toekomst. Het dorp draait in zijn geheel op schone energie en verdient er ook nog aan.

Varkensmest levert biogas waarmee stroomgeneratoren op gang worden gehouden. Zon en wind maken het karwei af. Het selfservice-energienetwerk kost 1,7 miljoen euro en is voor de helft gesubsidieerd met EU-subsidies uit Brussel, de andere helft is door de inwoners uit eigen zak betaald. Dat de gemeente zelf geen geld meer in kas had, maakte juist heel creatief. Burgemeester Michael Knape: “Je denkt heel anders na als je geen geld hebt dan als je veel geld hebt. Dan ontstaan zulke innovaties.”

 

De inwoners van Feldheim verdienen hun geld terug, omdat de zelfopgewekte stroom een stuk goedkper is dan de marktprijs, de bewoners hebben bovendien samen maar 1% nodig van de energie die ze produceren. De rest wordt tegen een vast tarief doorverkocht aan de stroomproducenten.

Het model Feldheim kon wel eens het energiemodel van de toekomst worden. Niet alleen in Duitsland, maar ook in de rest van Europa en zelfs in Japan wordt de Duitse wereldprimeur goed bestudeerd.