Europa-Park met een Tesla Model 3

Afgelopen donderdag zijn we met de familie naar Europa-Park gegaan. Ik met de Tesla en de rest met een op benzine lopende ICE.

Vanaf ons vakantieadres in het Zwarte Woud is het een kleine anderhalf uur rijden. Meeste bergafwaarts dus dan zie je in eerste instantie het aantal beschikbare kilometers gelijk blijven totdat je weer echt zelf energie nodig hebt voor versnelling of om de berg weer op te rijden. Prachtig om te zien en een heerlijkheid om met een Tesla in de bergen te rijden. Gas bij voor verstellen en normaal gesproken heb je het rempedaal niet nodig omdat je bij een normale setting je voldoende af kan remmen als je de berg afgaat. Alleen bij verschillende 25% dalingen of echt scherpe bochten na een rechter deel is remmen via de schijfremmen nodig.

Eenmaal gearriveerd in Rust bleek dat ik de juiste beslissing genomen had. Voor 13 euro meer (20 euro maar) had ik een gereserveerde parkeerplek gekozen,. Het park ging om 9h ‘s ochtends open, maar om 8h30 stonden we al in de file vanaf de snelweg. Dichtbij het park bleek de gereserveerde parkeerplekken een eigen toegangsweg te hebben en hierdoor een heel stuk sneller langs de vele auto’s kunnen zoeven. En het plezier werd nog groter toen bleek dat er ook twee laadpalen beschikbaar waren op het erg rustige parkeerterrein vlak naast de ingang. En deze is nog complementair, gratis, ook. Hele fijne, correcte, service en wij stapten na 19h in een vol geladen en koele auto in. Terwijl de temperatuur in het park naar een 34 graden was gestegen.

Kortom; met een elektrische auto naar Europa-Park geef je 13 euro extra uit voor extra service en een gratis laadsessie. Prima service!

Overigens; ook met een ICE zou ik voor deze parkeerservice bieden. Het park zou voor mij ook 2x zo duur mogen als er 2x minder mensen komen. 😉

Paalzitten tegen windmolens? Doe normaal!

duurzaamDat veel mensen tegen veranderingen zijn, dat weten we al langer. Soms komt die weerstand tot uiting op een manier wat botweg lachwekkend en belachelijk is. Zo nu ook de paalzitters in Zandvoort die daarmee willen protesteren tegen de komst van windmolens. Laat die tegenstanders alsjeblieft allemaal daar gaan paalzitten, streef een duurrecord van jaren na, dan heeft de rest van Nederland daar in ieder geval geen last meer van. Al schrikt dat wel intelligente toeristen af…Aap

Hoe belachelijk kan je jezelf maken? Ten eerste is een windpark zoals wordt beoogd nauwelijks zichtbaar. Je hebt recht van spreken wanneer direct aan de kustlijn  windmolens worden geplaatst, maar we hebben het hier over een afstand van 18.500 meter voor de kust!  Bovendien is in begin augustus een onderzoek uitgevoerd door GfK in opdracht van Natuur en Milieu. Deze organisatie wilde onderzoeken of de angst voor het afschrikken van toerisme door windmolens aan de kust terecht is. En wat blijkt? Deze angst is volledig ongegrond. Er kwam zelfs een verrassende conclusie naar voren; een op de vijf Duitse toerist geeft zelfs aan vaker naar de Nederlandse kust ten komen als er windmolens zichtbaar in zee staan. En 64% maakt het gewoon niets uit.

De toerismesector kan flink profiteren van windmolens, blijkt ook uit het onderzoek. 56% van de Duitse toeristen is geïnteresseerd in toeristische activiteiten rondom windmolens. ‘Denk bijvoorbeeld aan een boottocht naar een windmolen. Of duiken. Windmolens zijn een duikwalhalla doordat er veel nieuw zeeleven op afkomt. Slimme ondernemers kunnen goed verdienen aan windmolens. Aan de toeristen ligt het niet, zij zijn enthousiast,’ zegt Olof van der Gaag van Natuur en Milieu.

64 procent van de Duitse toeristen is voorstander van windenergie, toont het onderzoek aan. Met name jongeren zijn enthousiast over deze vorm van duurzame energie. 73 procent van de 18-24 jarigen is voorstander van windenergie, tegenover 57 procent van de 25-34 jarigen. Een meerderheid van de badgasten vindt het een goed idee dat er windmolens aan de Nederlandse kust komen. Bij 86 procent van de Duitse toeristen die daadwerkelijk Nederlandse kustplaatsen met windmolens bezoeken, hebben de windmolens geen invloed op het strandbezoek. 20 procent van de Duitse badgasten komt vaker naar zee als er windmolens staan, 16% zegt minder vaak te komen. Klik hier voor het volledige onderzoek.

Nederland wekt nu maar 4,5 procent schone energie op, dat moet minstens 16 procent zijn in 2023, zo is afgesproken in het SER Energieakkoord. Tussen nu en 2023 komen er nieuwe windparken op zee bij die straks 5 miljoen Nederlandse huishoudens van schone stroom gaan voorzien. Windenergie, op land en zee, is de schoonste en best toepasbare optie voor het verminderen van CO2-uitstoot en maakt ons minder afhankelijk van fossiele energie.

Het onderzoek is gedaan onder een representatieve groep van 500 Duitse consumenten die de afgelopen 2 jaar een of meerdere keren de Nederlandse kust hebben bezocht. De netto steekproef is door middel van weging representatief gemaakt op geslacht, leeftijd en opleiding. Van al het buitenlandse toerisme in Nederland komen de meeste toeristen uit Duitsland; in 2014 bezochten ruim 3.9 miljoen Duitsers ons land, zo’n 30 procent van al het toerisme.

25,8% Duurzame energie in Duitsland in 2014

Duurzame bronnen waren in 2014 voor het eerst goed voor het grootste aandeel in Duitsland. Met een percentage van 25,8% is dat net twee-tiende meer dan de (zeer vieze) bruinkoolcentrales welke goed waren voor een aandeel van 25,6%.

Als derde heeft Duitsland nog steeds een indrukwekkend aandeel van 15,9% Nuclear en 18% kolen. Gas was in Duitsland slechts goed voor 9,6%.

Zie onderstaande grafische weergave;

Aandeel Duitse stroomproductie

 

 

 

Opvallend is dat binnen de hernieuwbare bronnen het gebruik van biomassa nog steeds een stuk groter is dan het aandeel op basis van zonnepanelen. Wie regelmatig door Duitsland gaat ziet daar op vrijwel alle grote en goedleggen daken zonnepanelen opgesteld staan. Toch is dit aandeel ‘slechts’ 5,8% van de totale stroomproductie.

Afname eigen gebruik en toename export

Duitsland heeft in 2014 een sterke besparing op energie gerealiseerd t.o.v. 2013. Ongeveer 4% minder stroom werd gebruikt.

Ondanks de economische groei is vanaf 2010 deze daling van het elektriciteitsgebruik ingezet. Vorig jaar is bijna 45 TWh minder stroom verbruikt t.o.v. 2010, dat is omgerekend meer dan 7%.

De export van elektriciteit naar Nederland en Oostenrijk is vorig jaar gestegen. Nederland nam 17,7 TWh af en Oostenrijk 39,2 TWh.

De effecten van deze toenemende hoeveelheid export is op de Europese energiehandel goed te merken. Die is te volgen op de website van oa. de APX.

Prijsdrukkend effect verwacht na uitbreiding TenneT

TenneT_logoDe capaciteit tussen Duitsland en Nederland wordt door TenneT verder uitgebreid. Dit zal tot effect hebben dat de lagere prijsniveau’s in Duitsland meer naar Nederland zullen worden overgebracht. In 2012 werd reeds de capaciteit met 300 MW vergroot, per 2016 wordt weer aanvullende capaciteit opgeleverd.

Mel Kroon, CEO van TenneT: “Wij hebben de afgelopen jaren met interconnectoren met Duitsland, NorNed, Britned en uitbreiding van de capaciteit op de grens met België grote stappen gezet om prijsverschillen tussen de markten te minimaliseren. En dat is ook goed gelukt. In 2011 was de stroomprijs op de Nederlandse markt meer dan 90 procent van de tijd gelijk aan die in Duitsland.
De enorme, fluctuerende hoeveelheid gesubsidieerde Duitse stroom die tegenwoordig op de markt wordt gezet, heeft de zaken drastisch veranderd. De capaciteit van onze huidige acht buitenlandverbindingen is niet meer voldoende. En dat terwijl wij in vergelijking met andere Europese landen al een veel grotere interconnectiecapaciteit hebben.

De huidige situatie is eigenlijk een vreemde: de energienetten zijn door koppeling internationaal, de stroomhandelsmarkt is internationaal, maar energiebeleid niet; dat is nationaal.

In feite importeren wij hier in Nederland het Duitse nationale energiebeleid. En dat heeft dus een grote impact. Nu is de stroomprijs in Nederland nog maar minder dan 30 procent van de tijd gelijk aan de Duitse marktprijs.”

En met die opmerking slaat de heer Kroon de spijker op z’n kop; in feite importeren wij hier in Nederland het Duitse nationale energiebeleid. En het ziet er naar uit dat deze, net als de Duitse economie, bijzonder stabiel is.

Goed voor consument, maar bijzonder lastig voor de energie producerende bedrijven in Nederland die moeten concurreren tegen een ander nationaal beleid. En dat beleid in Nederland is zo stabiel als het weer, totaal niet dus.