Biomassa wel of niet voor energie?

De discussie over de duurzaamheid van biomassa voor de productie van warmte of elektriciteit is in alle hevigheid herstart in dit jaar.

Net voor de formele discussie in de Tweede Kamer over het Energieakkoord, op 12 januari, wordt door de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW) een visiedocument gepubliceerd. Dit document “Biobrandstof en hout als energiebronnen” geeft een hele enge visie op de inzet van hout in elektriciteitscentrales en bio-brandstoffen in auto’s of vrachtwagens. Ze gaan daarin, al mist de wetenschappelijke onderbouwing, zover dat ze stellen dat deze niet of nauwelijks bijdragen aan reductie van CO2-uitstoot. En dat ze daarmee niet geschikt zijn als transitiebrandstof naar een duurzame energievoorziening.

Dat heeft de nodige discussies uitgelokt. Zo heeft niet lang daarna de Universiteit van Utrecht een onderzoek van het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling een syntheserapport uitgebracht over de synergie tussen landbouw en bio-energie met als titel “Verhoging biobrandstofproductie zonder indirecte effecten mogelijk”. Dit wetenschappelijke stuk geeft een andere visie op het artikel van de KNAW.

Op 14 januari staat een interview gepubliceerd in de Volkskracht met Andre Faaij. Hierin stelt Andre dat KNAW biomassa zwart heeft gemaakt om de discussie over het Energieakkoord in de Tweede Kamer te beïnvloeden. Zo reageert Andre op de onzinnige stelling van het KNAW rapport dat bijstoken van hout in Nederlandse kolencentrales zou gaan leiden tot het rooien van 2000 vierkante kilometer bos. Het KNAW ‘ vergeet’ hier voor het gemak dat de biomassa voor bijstook altijd resthout betreft, los van het feit dat inzet van gehele bomen kostentechnisch al niet uit zou komen.

Ik ben benieuwd welke partijen uit zwakte naar het KNAW rapport zullen verwijzen in hun betoog en welke de wetenschappelijke route durven te bewandelen. In ieder geval is het helder dat alleen vervanging van fossiele brandstof door biomassa en biobrandstoffen nooit mogelijk is. Het is altijd een kwestie van en verhogen van efficiency, inzet van bronnen als zon- en windenergie en de inzet van bio-brandstoffen. Naar nog vele, vele andere noodzakelijke alternatieven.

Persoonlijk zie ik de toekomst in bio-raffinage waarbij we de reststoffen inzetten als brandstof voor een bio-centrale, bijstook in een kolencentrale of als vergistbaar materiaal voor een groen-gas installatie.

 

Eerste mobiele algen bio-raffinage fabriek geopend

Bio-raffinage is een ‘sure thing’ van de toekomst. Er wordt in Nederland kleinschalig al volop geëxperimenteerd, maar kennis is nog onvoldoende voorhanden om een grootschalige investering te laten plaatsvinden. Wereldwijd is het een miljarden industrie. Grote olieconcerns investeren honderden miljoenen in onderzoek en het wordt hierdoor lastig om als kleine partij een serieuze impact te maken.

Onderzoek naar algen vindt plaats voor toepassingen in de voedingsmiddelen industrie (super foods, alternatief voor visolie) maar ook voor alternatieve bron van energie (biodiesel voor vervoer, verbranding van residu in biomassa centrales).

Algen hebben niet veel nodig om te kunnen groeien. De juiste temperatuur, voedsel (kan uit afvalwater komen), CO2 en zonlicht. Er zijn systemen die tot 80% van de CO2 van een centrale kunnen absorberen en omzetten in biomassa. Het kan rondgepompt worden in een stelsel van lichtdoorlatende buizen, het kan in grote bassins worden opgeslagen, of juist in grote ondiepe bassins.

Er zijn ongeveer 300.000 soorten van algen. Er is behoorlijk onderzoek nodig om te zien onder welke procescondities een optimale groei mogelijk is. Algen zijn eencellig organisme die CO2 en zonlicht kan omzetten in suikers en zuurstof. De meeste fossiele brandstoffen zijn miljoenen jaar oude algen die zijn gefossiliseerd en nu worden gewonnen in de vorm van aardolie en aardgas.

In Nederland zijn er diverse partijen actief met het groeien van algen. Daar worden de algen na het groeiproces  veelal in poedervorm verwerkt.

Maandag wordt in Lelystad ‘s wereld eerste mobiele algenraffinage fabriek in gebruik genomen. Een proefeenheid ter grootte van een container die op grotere schaal eiwitten, olie en suikers uit algen kan onttrekken. Het project is een initiatief van TNO en bedrijven als Sabic en Royal HaskoningDHV en De Wit Oils en Van Wijhe Verf.

Wekelijkse KLM vlucht op biobrandstof

Schiphol Group heeft als primeur met de Port Authority of New York, New Jersey en KLM en Delta Air Lines de lancering bekendgemaakt van een reeks intercontinentale vluchten van KLM op tweede generatie biobrandstof. Deze tweede generatie biobrandstof wordt gemaakt van afgewerkt frituurvet en heeft hierdoor geen negatieve invloed op de biodiversiteit en voedselvoorziening.

Een KLM B777-200-toestel vliegend op biobrandstof is vertrokken naar Terminal 4 op John F Kennedy Airport als start van de serie wekelijkse biofuel vluchten van John F Kennedy Airport naar Amsterdam Airport Schiphol. Meer gebruik van biobrandstof in de luchtvaart beperkt de CO2-voetafdruk van de sector en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.