Een hoge ambtenaar heeft maandag aangeven niet voor een CO2-heffing op de ETS prijs te zijn. De kracht van het ETS is juist dat elk bedrijf in Europa op dezelfde manier wordt behandeld en zelf kan inspelen op de CO2-prijs met investeringen en externe ontwikkelingen. Een stapeling van een landelijk tarief op de Europese CO2-prijs geeft een ongelijk speelveld waardoor niet de meest vervuilende technieken in Europa als eerste worden uitgefaseerd maar de meest vervuilende technieken in dat land.
Dit leidt tot een hogere kostenbasis in landen met een CO2-toelage en hiermee een lagere kostenbasis in landen die hieraan niet doen.
Het is efficiënter wanneer CO2-rechten van de markt gehaald worden en waarmee de gehele maximale uitstoot in Europa wordt teruggebracht via het systeem. Dat dwingt eerder tot het uitfasering van grote CO2 uitstotende installaties en dat is ook het beoogde doel.
Er blijft altijd het risico dat hoge CO2-uitstotende bedrijven uiteindelijk Europa gaan verlaten. Dit wordt ‘carbon leakage’ genoemd. Wanneer bijvoorbeeld de hoogovens worden verplaatst buiten Europa wordt minimaal net zoveel CO2 uitgestoten, veelal meer vanwege minder grote technieken en processen, en dient het bovendien vervoerd te worden naar Europa voor verder verwerking. Een dubbel verlies voor het milieu. Daarom is een wereldwijde CO2 emissiehandel de beste langstermijn oplossing. Dit was in het Kyoto verdrag ook de bedoeling, maar grote landen als China, India maar ook de Verenigde staten voelen daar onvoldoende voor. Europa heeft wel zijn nek duren uitsteken, maar worstelt nog steeds met de grote CO2 uitstotende partijen.