Bio-raffinage is een ‘sure thing’ van de toekomst. Er wordt in Nederland kleinschalig al volop geëxperimenteerd, maar kennis is nog onvoldoende voorhanden om een grootschalige investering te laten plaatsvinden. Wereldwijd is het een miljarden industrie. Grote olieconcerns investeren honderden miljoenen in onderzoek en het wordt hierdoor lastig om als kleine partij een serieuze impact te maken.
Onderzoek naar algen vindt plaats voor toepassingen in de voedingsmiddelen industrie (super foods, alternatief voor visolie) maar ook voor alternatieve bron van energie (biodiesel voor vervoer, verbranding van residu in biomassa centrales).
Algen hebben niet veel nodig om te kunnen groeien. De juiste temperatuur, voedsel (kan uit afvalwater komen), CO2 en zonlicht. Er zijn systemen die tot 80% van de CO2 van een centrale kunnen absorberen en omzetten in biomassa. Het kan rondgepompt worden in een stelsel van lichtdoorlatende buizen, het kan in grote bassins worden opgeslagen, of juist in grote ondiepe bassins.
Er zijn ongeveer 300.000 soorten van algen. Er is behoorlijk onderzoek nodig om te zien onder welke procescondities een optimale groei mogelijk is. Algen zijn eencellig organisme die CO2 en zonlicht kan omzetten in suikers en zuurstof. De meeste fossiele brandstoffen zijn miljoenen jaar oude algen die zijn gefossiliseerd en nu worden gewonnen in de vorm van aardolie en aardgas.
In Nederland zijn er diverse partijen actief met het groeien van algen. Daar worden de algen na het groeiproces veelal in poedervorm verwerkt.
Maandag wordt in Lelystad ‘s wereld eerste mobiele algenraffinage fabriek in gebruik genomen. Een proefeenheid ter grootte van een container die op grotere schaal eiwitten, olie en suikers uit algen kan onttrekken. Het project is een initiatief van TNO en bedrijven als Sabic en Royal HaskoningDHV en De Wit Oils en Van Wijhe Verf.