Het Vader Rijn College in Utrecht mag niet van een islamitische docente eisen dat ze handen geeft. Dat heeft de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) dinsdag bepaald in een zaak die de school aan aangekaart.
De docente weigerde sinds de zomervakantie om geloofsredenen de handen van mannelijke collega’s te schudden. Eerder had ze daar geen problemen mee. Wegens de weigering besloot directeur Bart Engbers van het college haar te schorsen en de zaak voor te leggen aan de Commissie Gelijke Behandeling.
Belemmering
De docente meende dat het schudden van handen als begroeting geen dagelijks gebruik is in het onderwijs en daarom geen belemmering vormt om het lerarenberoep naar behoren uit te oefenen.
In een verklaring die ze destijds aflegde zei ze verder dat haar besluit is gebaseerd op haar godsdienst, de islam. “Het feit dat ik mannen niet de hand schud, getuigt zeker niet van minder respect, integendeel, vanuit het perspectief van mijn godsdienst getuigt dit van een verheven vorm van wederzijds respect.”
Doelstelling
Volgens de uitspraak van de CGB staat de weigering om handen te schudden de doelstelling van het Vader Rijn College niet in de weg. Die doelstelling is onder meer het de leerlingen bijbrengen van respectvolle omgangsvormen en hen voorbereiden op de arbeidsmarkt door ze bekend te maken met de daar gebruikelijke omgangsvormen.
Omgangscode
“Hoewel het geven van een hand hier wellicht het meest gangbare voorbeeld van is, zijn er ook andere vormen van begroeten denkbaar. Dat sluit naadloos aan bij de eigen omgangscode van de school, die beoogt etnocentrisme tegen te gaan”, aldus het oordeel van de CGB.
Teleurstelling
Directeur Bart Engbers van het vmbo-college zegt zwaar teleurgesteld te zijn door de uitspraak. “Dit doe je niet om een piketpaaltje te slaan dat je ergens tegen bent, maar om de kansen van de leerlingen in de samenleving te vergroten.” Welk juridisch gevolg hij aan de uitspraak verbindt, beziet hij woensdag. Het lijkt hem niet logisch dat de docente weer op zijn school komt werken.
Onbegrijpelijk
Minister Maria van der Hoeven (Onderwijs) noemt de uitspraak van de commissie onbegrijpelijk. Ze wijst erop dat de school het geven van een hand consequent als een symbool van respect hanteert, waarmee conflicten beslecht moeten worden. “Mag een school dit alstublieft vragen van al zijn leerlingen en leraren? Het antwoord zou daarop moeten zijn: natuurlijk!” De PvdA betreurt de uitspraak van de CGB. De partij vindt dat een docent het goede voorbeeld moet geven. “Leerlingen moeten leren dat een hand geven erbij hoort. Wanneer de docent dat zelf weigert te doen, geeft dat echt een verkeerd signaal”, aldus een woordvoerder.